Nieuws

Farmaceutisch Historische Dag in teken van Patiënteninformatie

Tegenwoordig is het ondenkbaar dat een openbaar apotheker geen informatie over geneesmiddelen aan patiënten verstrekt. Sterker nog: de apotheker heeft de verantwoordelijkheid en de morele plicht om de patiënt bij het afleveren van een geneesmiddel informatie te geven. Dat was vijftig jaar geleden wel anders ...

Nauwelijks informatie 
De patiënt kreeg tot 1 november 1975 nauwelijks informatie over zijn of haar geneesmiddel. Het was de openbaar apotheker namelijk niet toegestaan, tenzij de arts dit nadrukkelijk verzocht, om een fabrieksbijsluiter mee te leveren bij een geneesmiddel. Dit verbod vloeide voort uit artikel 27, lid 5 van het Besluit Uitoefening Artsenijbereidkunst (BUA). In de apotheek werd de bijsluiter dus bij iedere aflevering uit de verpakking gehaald.

De reden van dit verbod was paternalistisch van aard. Men dacht dat patiënten, na het lezen van die onbegrijpelijke bijsluiter, volkomen verward en ongerust zouden worden. En dat patiënten zich zorgen zouden gaan maken over ziekten die niet op hen van toepassing waren, maar wel in de bijsluiter werden genoemd. Of dat ze allerlei bijwerkingen zouden ervaren, omdat ze die nu eenmaal hadden gelezen. Samengevat, patiënten werden niet in staat geacht om uit de brij van gegevens die informatie te halen die op hen van toepassing was. De patiënt gebruikte dus redelijk onwetend zijn medicatie. Want ook de mondelinge voorlichting door arts en apotheker had bij lange na niet het niveau van wat nu minimaal gebruikelijk is.

Lees het hele artikel van Annemieke Horikx, Tjeerd Wassenaar en Henk Buurma uit PW nummer 39, 2024:

Voor informatie en tickets voor de Farmaceutisch Historische Dag zie de volgende link:

https://www.eventbrite.nl/e/tickets-farmaceutisch-historische-dag-2024-911341305377

Aanmelden nieuwsbrief

Doneren?

Donatieformulier