Uitgelichte objecten

Edelzalf

Frank Venema heeft lange tijd veel bewaard uit zijn oude Apotheek in Groningen, maar heeft toch opruiming gehouden. Peter Wittop Koning heeft daarvan begin van dit jaar een groot aantal dozen van opgehaald. Daarbij waren  ook een aantal verpakkingen Edelzalf, inclusief een opstandpresentatie. Het bericht van Marjolein Roper-Venema op LinkedIn, over Edelzalf, heeft geleid tot een duik in ons archief van verpakte geneesmiddelen, zie foto.
In het boek Groningen op recept van Bert Tuin en Frank Venema wordt een aantal keren melding gemaakt van deze zalf. De naam is bedacht in 1931 door Jan J. Venema, farmaceutisch student te Groningen voor een zalf die al lang geleden was ontwikkeld (daarvoor: Kinderwondzalf). Tot een paar jaar geleden kon deze zalf nog worden gekocht bij o.a apotheek Venema. Zie ook https://www.levenderfgoedgroningen.nl/alle-verhalen/edelzalf

Uit het archief van Annette Bierman: prof Henriëtte (Jet) Bosman-Jelgersma

Bij de letter B vonden we in het archief heel wat stukken met betrekking op prof Henriëtte Bosman-Jelgersma (Jet). Op de foto links mw Bosman, rechts Margreet Algera, 1986 te Beerse bij de vijfde Farmaceutisch Historische Dag. Zowel mw Bosman als Algera hebben een populair boek over de geschiedenis van de farmacie geschreven, respectievelijk Poeders Pillen en Patiënten  en Mens en Medicijn
Mede door publicatie van Poeders Pilen en Patiënten werd zij een Bekende Nederlander, vele krantenartikelen verschenen, naar aanleiding van deze eerste hoogleraar in de geschiedenis van de farmacie. Hoe bekend blijkt wel uit een uitzending van NCRV Globaal, 21 juni 1984. Een radiouitzending van bijna 2 uur, waarin collega's en vrienden aan het woord komen en vragen van luisteraars worden beantwoord. Deze uitzending konden we niet terugvinden bij Beeld en Geluid in Hilversum, wel zijn de 60 vragen bewaard gebleven die de luisteraars stelden. Zie foto onder voor een impressie.
Het dossier Bosman omvat verder haar benoeming namens de Stichting Pieter van Foreest tot bijzonder hoogleraar aan de subfaculteit Farmacie om onderwijs te geven in de geschiedenis van de farmacie. Verder een serie foto's van enkele FHD's, en veel krantenartikelen naar aanleiding van haar benoeming, 
De foto van de envelop (zie onder) is meer een curiositeit: een lege envelop, geadresseerd aan de HEER Bosman-Jelgersma. 

 

Uit het archief van Annette Bierman: prof Cornelia van Arkel

In het archief van Annette Bierman troffen we 2 brieven aan geschreven door prof Cor(nelia) van Arkel aan "Lucie", apotheker te Rotterdam. De eerste is van 2 juni 1940 waarin ze o.a. informeert naar de toestand in Rotterdam en kort schrijft over haar belevenissen tijdens de invasie van de Duitsers in mei 1940.Zij was toen in Groningen bij een ANPSV congres.  Een uitgebreid verslag daarvan heeft zij gedaan in Folia Farmaceutica mei 1965 pag 132-134 (zie PDF hieronder).
Een tweede brief is van 19 juni 1942, Hierin vertelt ze o.a. over het afscheidscollege van prof van der Wielen, die ze gaat opvolgen.
In het archief ook nog een pasfoto van 31 maart 1921 (toen was ze 18 jaar), en een foto "in vol ornaat", met ridderorde, kennelijk genomen bij haar afscheid als hoogleraar.

Uit het archief van Annette Bierman: Alide Grutterink​

Het archief van Annette Bierman dat na haar overlijden in het bezit is gekomen van de KNMP / Stichting Farmaceutisch Erfgoed biedt vele verrassingen. een voorbeeld daarvan is wat we hebben gevonden in haar archief over Alide Grutterink.
In 1997 schreef zij over haar een artikel in Gewina (pag 286-296, zie bestand hieronder). Alide Grutterink was de derde vrouw die het apothekersdiploma haalde, ze had een mooie carrière als ziekenhuisapotheker in Rotterdam, en in Zürich promoveerde ze bij prof. Tschirch, de beroemde farmacognost. Ook was ze in 1903 een van de oprichters en eerste penningmeester van de NCV, de latere KNCV (Koninklijke Nederlandse Chemische Vereniging). 
In het archief van Annette, onder de "G", vonden we veel aantekeningen voor haar artikel, en o.a. een kopie van het proefschrift.
In de stukken nagelaten door prof van der Wielen en via dr Wittop Koning in bezit gekomen van Annette, vonden we een foto van de promovendi van prof Tschirch, ter gelegenheid van diens 70ste verjaardag. Een foto die ook is opgenomen in de Duitse apothekerskalender. Kennelijk heeft Annette dit niet gezien want het wordt niet vermeld in haar artikel. Zie de foto's hieronder.
Zij schrijft in ditzelfde artikel dat over de vooropleiding van Alide niets bekend is, maar dat ze waarschijnlijk een HBS examen heeft gedaan. Op internet is nu een foto te vinden van een HBS klas uit 1888 met geslaagden, waarbij Alide Grutterink staat vermeld als eerste meisje dat in Gelderland een HBS examen heeft gehaald. Zie foto hierboven, uit https://indebuurt.nl/apeldoorn/toen-in/dit-is-de-oudste-middelbare-school-van-apeldoorn~169166/

Een oude ledenlijst van de NMP

Onlangs kregen we deze Naamlijst van H.H. Leden der Maatschappij ter bevordering van Pharmacie.
Deze moet van eind 1844 zijn, gezien de lijst van de departementen. Wittop Koning (De Nederlandsche Maatschappij ter bevordering der Pharmacie1842-1942, pag. 27) geeft als datum van oprichting van het Departement Deventer 1 augustus 1844. Dit departement is wel vertegenwoordigd in de ledenlijst, in tegenstelling tot Rotterdam, opgericht 28 december 1844. Ook departementen die vlak hierna zijn opgericht staan niet in de lijst.

De ledenlijst is op folio formaat, handgeschreven. Op een los inlegvel staan bijgekomen leden vanaf 1845 tot en met 1848. 
Op de eerste pagina staan de namen van de bestuursleden, de oprichters van de Maatschappij. Daaronder de Amsterdamse arts en
hygiënist Samuel Sarphati
Ledenlijst en inlegvel geven zeker geen totaal beeld van het aantal leden der Maatschappij in 1848. Bijvoorbeeld voor Rotterdam 
staan geen namen in de Naamlijst, en op de bijlage slechts 3. 

Opvallend is verder dat  departement Dordrecht met 16 apothekers in de Naamlijst staat. Wittop Koning vermeldt de oprichting pas op 3 juni 1881.

Op de lijst staan naast apothekers ook beroepen als med. doctor,instrumentmaker, chirurgijn, heel en vroedmeester, rijksveearts.
G. ThielemanKetjen staat er als Vitriololie Fabrikant. 
De niet-apothekers waren lid maar hadden geen stemrecht, zie Wittop Koning.

Deze Naamlijst zal tzt aan het Nationaal Archief worden aangeboden, daar ligt het archief van de (K)NMP.

Een antieke mini-apotheek uit Den Helder

Deze antieke mini-apotheek, bij elkaar verzameld door Greetje de Graaf-Naber (1947-2009), kregen we van haar zoon Sander de Graaf. Greetje was apothekers-assistente in Den Helder, bij apotheek Quist, na naamswijziging apotheek Zuiderhaaks..
Liefde voor het vak, dat is wat deze mini-opstelling uitstraalt. Een foto is in dit geval niet voldoende om de charme van dit object te ontdekken. 

Haar levensloop is hier te vinden

Een bijzondere balans van Julian Becker, Delft

Nadat voormalig apotheekhoudend huisarts J.J. van Zanten in Eelde op 100 jarige leeftijd was overleden heeft zijn dochter Marleen ons een bijzondere balans geschonken.

De 2 glazen potten helemaal onder aan de balans worden als de balans in werking is gevuld met een olie. De cilinders die zijn verbonden aan beide armen van de balans, en dan in de olie hangen, werken dempend zodat er sneller afgewogen kan worden. Er hoeven geen kleine gewichten toegevoegd te worden, door de grote wijzer en wijzerplaat is dat niet nodig.

De glazen potten, gevuld nu met naaimachineolie worden afgedekt door messing deksels. Toen we de balans kregen misten we een deksel, maar Henk Fokkens heeft een exacte kopie gemaakt.

Deze balansen zijn als snelweger verkocht door de firma Julian Becker te Delft, ca 1930. Van Ritzo Holtman (GMVV, Gewichten en Maten Verzamelaars Vereniging) kregen we een kopie uit de catalogus.

Kralingsche Apotheek, Rotterdam

De foto hierboven van de blikvanger van onze collectie is van de Kralingsche Apotheek, Avenue Concordia 100 Rotterdam. Het apotheekinterieur zoals dat nu bij ons is te zien is van 1893, de stichting van de apotheek en heeft tot opheffing van de apotheek in 2004 als zodanig gefunctioneerd. De apotheek is opgericht door dr. A.H.C. van Senus, die een aantal jaren na opening de apotheek met een verdieping heeft uitgebreid, omdat hij toen ook een fotozaak begon. Na dr. van Senus werd de heer D.A.Ploeg eigenaar en vervolgens in 1992 mevrouw M. van Blijswijk.
Het pand is inmiddels verbouwd tot een appartementencomplex. Het is een gemeentelijk monument, en dat het een apotheek was is nog steeds te zien:
https://nl.wikipedia.org/wiki/Lijst_van_gemeentelijke_monumenten_in_Kralingen-Crooswijk#/media/Bestand:Rotterdam_avenueconcordia98-100.jpg
Na sluiting van de apotheek werd de apotheekinrichting in 2008 geschonken aan het Departement Rotterdam, en is deze door bemiddeling van dr. A. I. Bierman opgesteld in het Nationaal Farmaceutisch Museum, waarna, na sluiting van het museum in 2013, deze op Urk werd geplaatst, wederom op initiatief van mevoruw Bierman.

Deze foto is gemaakt in 1997 en toont de apotheek in vol bedrijf. Ook het plafond is afgetimmerd in dezelfde stijl. 
Het volledige artikel is te vinden

Kast apotheker Walter, oprichter NMP

De foto hierboven is gemaakt toen deze kast nog bij de KNMP, Alexanderstraat Den Haag stond. De kast is afkomstig van een apotheek uit Amsterdam, Herengracht 222, waarvan A.H. Walter, één van de oprichters van de NMP eigenaar was. Later is deze apotheek overgenomen door L.C.W.Cocx, en onder deze naam is de apotheek tot ca 1975 voortgezet.
In de jaren 90 is deze kast aangekocht door de KNMP.
In de zomer van 2019 is deze kast in Foksdiep 6 geplaatst.
Toen de kast nog bij de KNMP stond, was hij tegen de wand geplaatst zodat het houtsnijwerk aan de andere kant niet zichtbaar was. Nu is de kast "vrij" geplaatst, zodat het houtsnijwerk en het bewerkte glas weer goed zichtbaar zijn. Ook is nu weer te zien hoe de patiënt voor de balie stond en door de opening de geneesmiddelen toegeschoven kreeg.

Hieronder detail van het houtsnijwerk en het glas

Toen we op 4 februari 2020 bezoek kregen van Eric Janson, directeur van de KNMP, volgde op 14 februari  (PW 2020 nr 7, pag. 27) een column van zijn hand in het Pharmaceutisch Weekblad waarbij deze kast een prominente plaats kreeg:

Harderwijker kasten

Begin 2019 zijn de "Harderwijkse kasten" , die in het depot van het Veluws Museum (Harderwijk) waren opgeslagen, weer opgesteld in Foksdiep 6. 
De kasten zijn oorspronkelijk in één geheel opgebouwd als een grote vaste wandkast in de Apotheek op het adres Broederen B8 thans Markt 9, Harderwijk. In dit pand hebben gedurende de 19de en 20ste eeuw een aantalk apothekers gewerkt.
In 1934 zijn de kasten aangekocht door de voorganger van het Veluws Museum, maar in 2014 zijn deze gedemomteerd en in het depot terecht gekomen.
Mede dankzij inspanningen van Peter Wittop Koning zijn de kasten aan ons geschonken. Het waren nog "oude" contacten, Peter's vader heeft veel voor het museum betekend en was ereburger van de stad Harderwijk.
Het bijzondere van de kast (links) is dat aan beide zijkanten de vakjes van namen zijn voorzien van alle pleisters die zijn beschreven in de Pharmacopoea Batava van 1805. 
Literatuur:
Wittop Koning, D.A. Die Aufbewahrung der Pflaster in: Zur Geschichte der Pharmazie, 1965 nr 2 en 3, pag 13-14
Bosman-Jelgersma, H.A. Poeders, Pillen en Patiënten (1983) pag. 151

Het Kleed van de (K)NMP

Al een aantal jaren ligt dit kleed in Foksdiep 6.
We vertellen dan het verhaal van de familie Nieuwenhuis uit Oldenzaal, die dit kleed in de oorlog heeft geknoopt. De K van de KNMP was nog niet verleend, dat kwam na de oorlog. Een kroontje bracht uitkomst zoals we kunnen zien.
Er is nog wel wat meer te vertellen over dit kleed, zoals J.L.M. (Jan) Nieuwenhuis, oud-voorzitter van de KNMP deed in het jubileumnummer (150 jaar) van het Pharmaceutisch Weekblad (1992, pag. 421).
In maart 1942 werd de NMP opgeheven door de bezetter. De vader van Jan, voorzitter, organiseerde toch in Oldenzaal een maand later het eeuwfeest voor het toenmalig Hoofdbestuur. Onder hun voeten bevond zich een smyrna tapijt gemaakt door mevrouw Nieuwenhuis. Dit tapijt was bedoeld voor de vergaderzaal van de NMP in Amsterdam.
Na de oorlog werd de vader van Jan weer voorzitter van de (K)NMP en lag het kleed zoals bedoeld in de voorzitterskamer, eerst in Amsterdam later in Den Haag. 
Toen er geen plaats meer was voor het kleed kwam het weer terug in Oldenzaal.
“Mocht de KNMP er weer emplooi voor hebben in een van de vele kamers in de Alexanderstraat, dan wil ik het gaarne weer ter bestemder plaatse tot zijn recht laten komen” schreef Jan Nieuwenhuis in 1992.
Kennelijk had deze oproep succes, want een aantal jaren geleden hebben we vanuit de KNMP dit kleed in Foksdiep 6 mogen ontvangen waar het nu weer te bewonderen is.

 

Rotterdamse stoel

Jarenlang heeft een massieve groene stoel gestaan bij de KNMP, Alexanderstraat, en staat nu in Foksdiep 6.
Het gaat om de stoel van het departement Rotterdam, die meer dan 50 jaar geleden is gemaakt (exacte datum onbekend). 
Op de foto staat het in hout uitgesneden zegel van de voorganger van het departement, het Rotterdamse Gilde. De latijnse spreuk Potentia nobis herbarum subiecta komt uit Ovidius, Metamorfosen boek 1 vers 522 . Letterlijk vertaald: de kracht van kruiden is ons onderworpen, in meer hedendaags Nederlands: De kracht van kruiden is ons domein.

Koperen kroepketel

In dit apparaat werd water aan de kook gebracht waardoor er stoom uit het pijpje kwam. Het bekertje dat aan het eind van het pijpje hangt dient om waterdruppels op te vangen. Het is een zogenaamde ‘kroepketel’ die gebruikt werd bij patiënten (meest kinderen) die aan pseudokroep leden. Pseudokroep is een aandoening waarbij de slijmvliezen rond de stembanden opzwellen als gevolg van een virale ontsteking van de bovenste luchtwegen. Hierdoor wordt het inademen moeilijk en krijgen de kinderen het benauwd. Ook hebben pseudokroep patiënten vaak last van een stevige blafhoest en een gierende ademhaling. Vroeger dacht met dat het inademen van vochtige lucht de klachten zou verminderen, en hoewel dat niet bevestigd is door recent onderzoek verminderde de vochtige lucht in elk geval wel de hoestprikkel.

In de eerste decennia van de twintigste eeuw werd de hier afgebeelde kroepketel in bruikleen gegeven door de apotheek. De kroepketel was makkelijker in het gebruikt dan een ketel met kokend water, en kon ook buiten de keuken gebruikt worden. Aan het gebruik van kroepketels kwam een eind toen de douche zijn intrede deed, nu kon men immers gemakkelijk in een ruimte gaan zitten die vol was met vochtige lucht.

De auto klisteerspuit

Het toedienen van klysma’s (darmspoelingen) was heel gebruikelijk in de 17de en 18de eeuw. Volgens de geneeskundige opvattingen van die tijd bevinden zich in het menselijk lichaam vier vloeistoffen, de zogenaamde lichaamssappen of humores. De vier humores zijn bloed (sanguis), slijm (phlegma), zwarte gal (melan chol) en gele gal (chol). We vinden ook in ons tegenwoordige taalgebruik nog voorbeelden van deze theorie. De uitdrukkingen ‘een goed humeur’ en ‘een slecht humeur’ verwijzen direct naar de humores. Ook het woord temperament heeft daar zijn oorsprong, temperare is het Latijnse woord voor ‘mengen’. En een melancholiek type heeft een overmaat aan zwarte gal. Wanneer de lichaamsvloeistoffen met elkaar in evenwicht zijn is de mens gezond, bij een overmaat van een van de lichaamssappen wordt men ziek. Manieren om een overmaat aan vocht kwijt te raken waren aderlaten, braken of het toedienen van een klysma.

Klysma’s werden meestal door apothekers toegediend, de zeventiende en achttiende eeuwse artsen vonden dit werk ver beneden hun stand. De klisteerspuiten werden van tin gemaakt en hadden een houten stamper waarmee de inhoud in de darm gespoten kon worden. Er was dus altijd iemand aanwezig bij zo’n darmspoeling, en op den duur kregen de patiënten, met name de vrouwen, hier toch wat problemen mee. De autoklisteerspuit bracht hier de oplossing: men ging op het uiteinde zitten en bediende dan zelf de stamper.

Zaagvistand

Zaagvissen behoren tot de roggen, maar lijken meer op haaien door hun lange zaagvormige snuit. In de zaagvormige snuit zitten aan weerszijden dolkvormige tanden. De vissen gebruiken die om bodemdieren uit de bodem te woelen maar ook om er mee door een school vis te maaien. De getroffen vissen worden daarna opgegeten. De zaagvormige snuit noemt men ‘zaagvistand’. De zaagvistand is nooit als geneesmiddel gebruikt. Toch werd in de apotheek de zaagvistand vaak opgehangen om de aandacht van klanten te trekken. Om dezelfde reden werden gapers buiten de apotheek opgehangen. In het Centrum voor Farmaceutisch Erfgoed zijn twee zaagvistanden te bewonderen.

BIBLIOTHEEK EN ARCHIEF

Het boekenbezit omvat naast recentere werken o.a. de Historische Bibliotheek van de KNMP en de voormalige Gorlaeus bibliotheek Leiden. Het archief bestaat uit o.a. het documentatie (kaart) systeem van de KNMP en het archief Haagse Ziekenhuizen met geneesmiddel informatie en reclames van de industrie vanaf 1945.

Nicolaas Beets: brieven aan prof. W. Stoeder

Meestal zijn we “op” Urk druk met het verwerken van nieuwe boeken archieven, materialen, maar soms hebben we ook tijd om nog eens goed te bekijken wat we al hebben. Daarbij kwamen we een aantal losse paperassen tegen die van prof. W. Stoeder bleken te zijn. Deze zijn een aantal jaren geleden via de KNMP naar Urk gekomen. We zijn nog niet toe aan een volledige inventarisatie, maar het bevat veel aantekeningen naar aanleiding van zijn boek Geschiedenis der Pharmacie in Nederland en materiaal ter gelegenheid van het eeuwfeest van de NMP in 1892. In 1889 heeft Stoeder een boek geschreven over de vader van Nicolaas Beets, deze laatste de man van de Camera obscura. De vader Martinus Nicolaas Beets was een apotheker uit Haarlem, bekend o.a. van zijn Grondbeginselen der Artsenijmengkundige Scheikunde toegepast op de Pharmacopoea Batava. 
Er waren al brieven bekend van Stoeder aan Nicolaas Beets (Beets collectie UB Leiden) maar nu hebben we ook 2 brieven en een briefkaart van Beets aan Stoeder. In één daarvan wijst hij Stoeder op een pijnlijke fout. Het boek van Stoeder is getiteld Marinus Nicolaas Beets: een nuttig en welbesteed leven. Hier mist dus de t in Martinus, een fout die zich herhaalt in de rest van het boek. De zoon maakt Stoeder wel heel duidelijk dat hij dit niet op prijs stelt.
We hebben nog niet de relatie kunnen leggen tussen de brieven van Stoeder in Leiden, en deze van Beets aan Stoeder, die informatie volgt nog.

Apotheek Duinoord

We hebben voor Foksdiep 6 geen aankoopbudget, maar een uitzondering hebben we gemaakt voor “Apotheek Duinoord” van Marianne Udinga. Voor 2 euro op Marktplaats konden we dit boekje aan de collectie toevoegen. Uitgegeven in de jaren 50, in de serie Witte Raven geeft het een verrassend uitgebreid kijkje in de wereld van de toenmalige farmacie. Al op de eerste pagina komen kalii chloras, zinci oxydum en natrii bromidum aan de orde en daar blijft het niet bij. Vooral veel pillen worden gemaakt, een liter infuusvloeistof wordt “gesteriliseerd” in stromende waterdamp. Vele geneesmiddelnamen volgen, evenals pharmacopee, codex, vademecum, tarreren, cito, iteratiebriefje en isotonisch maken. Ook verwisselingen zoals adrenalie – efedrine, 3 en 30% waterstofperoxide (met chemische formule),  fysische onverenigbaarheden en het gebruik van het uitroepteken bij de overschrijding van de maximaal dosering ontbreken niet. En natuurlijk het ontcijferen van het handschrift van de doktoren. Er komen diverse patiëntencontacten voor, waarbij opvalt dat de patiënt steevast in dialect spreekt. Natuurlijk zijn er ook amoureuze verwikkelingen waarbij de apothekersassistente Ike pas op één van de laatste bladzijden in de armen van assistent dokter Wouter valt.
Het is duidelijk dat Apotheek Duinoord door een insider is geschreven. Meer informatie daarover is te lezen in 75 jaar Farmacie in Noordwijk (1994).
Model voor Apotheek Duinoord heeft gestaan Apotheek Duinrand in Noordwijk, schrijfster was de apothekersassistente Bep de Jong.
De apotheker juffrouw van Baerle was “in het echt” juffrouw Blink.

Op het Trefpunt hebben we een diploma van een apothekersassistente, waarbij op de achterkant de diverse apotheken staan waar zij heeft gewerkt. Daarbij is ook de Apotheek Duinrand, met mej. Blink als apotheker vermeld.

Voor wie een beeld wil krijgen van de gang van zaken in een apotheek van de jaren 50 is dit boekje zeker een aanrader.

De Historische Bibliotheek van de KNMP

De Historische Bibliotheek van de KNMP is indertijd aangekocht van dr. D.A. Wittop Koning. Deze omvat een groot aantal oude drukken, waaronder vele stads-farmacopeeën.

Ook aanwezig in Foksdiep 6, in de collectie Grendel, is de verzameling boeken die door dr. Elize Grendel is aangelegd. Zo nu en dan ruilden of verrekenden  dr. Wittop Koning en dr. Grendel boeken, soms verschijnen beider ex-libris in één enkel exemplaar.

Een oud maar toch actueel boek: Lachgas

Uit de bibliotheek van het Gorlaeus laboratorium komt dit boek uit 1907 van de Nederlandse hoogleraar fysische chemie en chemie-historicus Ernst Cohen. Voor het leven en werk van Cohen zie o.a. H.A.M. Snelders, De geschiedenis van de scheikundein Nederland deel 2.

Voor wie het boek wil lezen hoeft niet naar Urk te reizen al mag dat natuurlijk wel. Het is ook op internet te vinden, zie https://archive.org/details/b24864110/page/n8

In het boek is opgenomen een vermakelijke prent van James Gillray, zie onder.

Optima Farma - het tijdschrift

In de zomer van 2019 ontvingen we van mevrouw Broekhuizen alle jaargangen van Optima Farma, het tijdschrift voor apothekersassistenten. Jaargang 2 nummer 4 bevatte een uitgebreid verhaal over apotheek Baljet, en hieruit hebben we de foto gehaald waarop huidig bestuurslid van de SFE, Jard Baljet, met helm op een scooter plaats heeft genomen. Let op het pleonasme.
De scooter zou zeker niet misstaan naast de Solex van de wijkverpleging, te zien op Foksdiep 2.

Aanmelden nieuwsbrief

Doneren?

Donatieformulier