Apothecaries in Medieval Burgundy (1200-1600)

978-94-6301-478-6
244
Voor de leden van de Kring voor de Geschiedenis van de Pharmacie in de Benelux is Nanno Bolt geen onbekende. In het Bulletin van de Kring heeft hij een aantal keren gepubliceerd over de apothekers in Bourgondië, en ook tijdens de Kring bijeenkomsten heeft hij voordrachten gehouden over hetzelfde onderwerp. Vanaf 2007 woont hij in Bourgondië en vanaf die tijd houdt hij zich met dit onderwerp bezig. Sinds Bart van Loo's boek over de Bourgondiërs hoeft Bourgondië nauwelijks uitleg (een referentie naar dit boek ontbreekt overigens).
Hoewel 1477 het officiële einde is van het hertogdom Bourgondië loopt de periode die dit boek bestrijkt tot ca 1600.
De schrijver heeft enorm veel archiefwerk verricht, wat heeft geresulteerd in een grote uitbreiding van het aantal apothekers in de lage landen (tot ca 1600). waaronder ook enkele vrouwen. Achter in dit boek is een complete lijst met namen met vindplaatsen opgenomen.
Maar behalve de namen hebben zijn zoektochten in de archieven een schat aan informatie opgeleverd: de apothekers (opleiding, gilden, maar ook welke kleding ze droegen), de apotheken (met o.a. de inrichting, de naamgeving, de plek in de stad), de patiënten en de geneesmiddelen.
In hoofdstuk 8 wordt de kwaliteit van middeleeuwse geneesmiddelen behandeld, zoals de controle op de grondstoffen, het toezicht op de productie, de gebruikte voorschriftenboeken.
Als laatste in dit hoofdtuk wordt ingegaan op de therapeutische waarde anno nu van de geneesmiddelen. Als voorbeeld gebruikt Bolt het geschrift van Jacob van Maerlant, Der naturen bloeme. Hierin worden 32 kruiden met geneeskrachtige werking beschreven. In tabel 8.3 worden deze genoemd met daarbij de indicaties van van Maerlant, waarbij de indicaties die nu nog helden "vet" gedrukt zijn, en met de vermelding of ze zijn vermeld in de Franse farmacopee van 2012. Een vermelding in de Franse farmacopee zou o.a. betekenen "the existence of a sufficiënt number of experiments, demonstrating the therapeutic usefulness of the product". De conclusie is dat for two-third of the plants mentioned in thirteenth century manuscript Der nature bloeme, their therapeutic claims are still in force in the Twente-first century.
Dit lijkt me een claim die te ver gaat. In de Franse farmacopee staan 2 lijsten met plantaardige simplicia, een lijst A met 365 stuks en een lijst B met 123. De Mandragora en de Salvia staan weliswaar vermeld in de Franse farmacopee, maar dan wel op lijst B. En van de 365 middelen op lijst A zullen er niet veel zijn met een bewezen therapeutische werking. Veel worden uitsluitend gebruikt in de homeopathie.
Jos Biemans, met het hoofdstuk "Het Kruidenboek in Jacob van Maerlants Der Naturen Bloeme (in Chavannes e.a. De Groene Middeleeuwen houdt zich weer aan de (te) veilige kant: Verrassend is dat de opgegeven toepassingen soms sterk lijken op de werking die in de homeopathie nog steeds aan bepaalde planten wordt toegeschreven. De voorbeelden die hij noemt liggen meer op het terrein van de fytotherapie dan de homeopathie.
Wie geïnteresseerd is in de geschiedenis van de farmacie vóór 1600 laat zich natuurlijk niet afschrikken door deze kleine kritische noot. Ik heb het in elk geval met veel plezier gelezen.
Wim Rakhorst